Wapenkleden
door Araceli Thomas
• Wanneer maak je een surcotte: Wapenkleden worden enkel gemaakt op verzoek vanuit het O.T. of vanuit de toernooigroepen1, begin hier dus niet op eigen houtje aan.
• Wat heb je nodig: De vereniging zal vanzelf de kleuren opgeven. Voor de bestaande bannerets:
Buitenkant - 2.1 m linnen van Aubin-blauw, Ascelon-rood of Quillan-wit. Voor Colembert 1.1 m geel én zwart.
Voering - 2.1 m linnen wit voor Aubin of Ascelon, zwart voor Quillan en rood voor Colembert.
• Afwerking: Volledig gevoerd.
|
Inhoud: Kleur/symbool verhoudingen • De vorm van het kleed • Verenigingsvoorschriften • Het maken van de surcotte • Links • Bronnen
Tijdens de eerste kruistochten gingen de ridders gekleed in maliënuitrusting op weg naar het nieuwe land. Volledige hauberk en chausses (beenstukken) vormden tezamen met gambesons de basisuitrusting zoals te zien op bijvoorbeeld het Bayeux tapijt. Toen deze ridders vervolgens op de Syrische vlakten aankwamen, kwamen ze echter tot de onaangename ontdekking dat de zon het staal heel heet maakte en het daarbij ook nog eens sneller deed roesten. De oplossing die ze hiervoor bedachten was een wapenkleed, ook wel aangeduid als surcotte (en soms als cyclas), gemaakt van wit linnen of zijde. De hitte werd draaglijker en vet bleef makkelijker behouden op de maliën omdat het wapenkleed dat aan de binnenkant vasthield.
Terug in Europa waren waarschijnlijk de "Italianen" de eersten die wapenkleden gingen gebruiken waarna de rest van Europa langzaam volgde. Volgens sommige bronnen waren de wapenkleden in de begintijd zogezegd wit, maar ridders gekleed in wit met pothelmen op zijn natuurlijk niet zo herkenbaar. Zodoende ontstond vrij natuurlijk de behoefte aan verscheidenheid aan kleuren en het gebruik van een herkenbaar symbool (charge) ter onderscheiding.
Door het vergelijken van de Codex Manesse, de Maciejowski bijbel en het boek van The Life of King Edward the Confessor zien we dat de wapenkleden in de 13e eeuw effen kleuren, patronen of herhalingen van symbolen lieten zien. Een enkele charge op de borst, zoals vaak in moderne afbeeldingen te zien is, komt nauwelijks voor. Ook de gedachte dat het heraldisch symbool en de kleuren afgebeeld op de wapenkleden altijd exact overeen dienen te komen met de schilden is niet helemaal waar.
Wapenkleed kleur/symbool verhoudingen
Aan de hand van eerder genoemde manuscripten en enkele schriftelijke verwijzingen volgt hieronder een overzicht van verschillende heraldische uitrustingen. Er is met name gekeken naar de verhouding ten opzichte van de schilden maar dit zelfde onderzoek zou met gemak doorgetrokken kunnen worden naar de (non)verhouding ten op zichte van banieren en paardendoeken.
Wapenkleden en schilden met gelijke heraldiek en kleuren:
Robert de Setvans,
Cnut,
Walther von Metze,
Hartmann von Aue en ook Edward II had, naar voorbeeld van zijn
schild, een rood wapenkleed met drie witte leeuwen op zijn surcotte.
Herhaling van hetzelfde schild maar dan op een andere kleur door middel van gebruik van de letterlijke schildvorm:
Albrecht von Heigerloch, Walther von Klingen, Heinrich von Rugge, Albrecht Marschall von Rapperswil, Winli, Ulrich von Lichtenstein, der Püller
Schilden met een andersgekleurde wapenkleed:
In de Manesse Codex: Johann von Brabant, Heinrich von Frauenberg, der schenk von Limburg (met een symbolische A van Amor erop afgebeeld), Wachsmut von Künzingen, Wolfram von Eschenbach. In the Life of King Edward the Confessor: Harald Hardrada 1en 2 en Harold. En in de Maciejowski bijbel zie je vooral effen wapenkleden: Joshua en Amalek, Hai, de Israelieten. Ook bij Dietmar der Setzer en Henry III is dit het geval. Henry III droeg hetzelfde rode schild met witte leeuwen als Edward II, John Lackland, Edward I Longshanks en Edward III, maar dan gecombineerd met een purperen wapenkleed.
De vorm van het kleed
Het wapenkleed was in het begin tamelijk lang, mouwloos en redelijk wijd en hing als een rok geplooid rond de heupen vanwege het overvloedige materiaal. De overvloed aan stof werd vastgezet met de zwaardriem. In het midden zit doorgaans een split aan de voorkant om het paardrijgemak te verhogen (héél soms zie je zo ook aan de zijkant). In de lengte reikte het wapenkleed vaak tot ongeveer tussen de knie en de enkel. In de Maciejowski en op het plaatje links zijn ze net over de knie, in de Manesse rijken ze ruim tot op de enkel, en in Edward the Confessor en op de muren van Palau d'Aguilar2 in Catalonië zit het er een beetje tussenin. Een andere benaming die je soms tegenkomt is het woord cyclas. In sommige gevallen lijkt het als synoniem gebruikt te worden maar andere bronnen melden hierbij dat het gaat om een wapenkleed dat aan de voorkant op of boven kniehoogte hangt en aan de achterkant aanzienlijk langer is. Zie hiervoor bijvoorbeeld het kleed van Peter de Grandison of deze onbekende 'lord'.
Tevens was de stof verstevigd door middel van een voering, in de manuscripten vaak te zien met contrastrerende kleuren.
Verenigingsvoorschriften
In de orde kennen we drie verschillende type wapenkleden: :
- De Chevaliers hebben de beschikking tot de ordewapenkleden met de ster.
- In toernooigroepverband1 dragen de gekozen Bannerets een eigen wapenkleed en schild in de patronen zoals onderstaand te zien:
Colembert
Jogchem |
Quillan
Marc T. |
Aubin
Rouke |
Ascelon
Youval |
- Naar aanleiding van de gekozen schilden en wapenkleden van de leiddinggevende chevaliers is ervoor gekozen om de Gens-de-armes wapenkleden te geven in kleuren die duidelijk verbindbaar zijn aan de uitbundigere wapenkleden van hun Banneret. Momenteel gaat het hierbij om de toernooigroepen Colembert, Ascelon, Aubin en Quillan.
Colembert
Jogchem |
Quillan
Marc T. |
Aubin
Rouke |
Ascelon
Youval |
NB. Ter historisch besef is het handig om mee te geven dat groepen met gelijksoortige wapenkleden en schilden waarschijnlijk niet tot nauwelijks voorkwamen. Na uitgebreid onderzoek hebben we hier dan ook nog geen enkel manuscriptplaatje van gevonden. Wel een textuele verwijzing: Louis IX (1214 - 1217) werd schijnbaar begeleid door veertig ridders, gekleed in "surcotes simply of green".
Het maken van het wapenkleed
Voordat je begint
Wil je voor Noorderwind-doeleinden zelf een wapenkleed maken lees dan s.v.p. de volgende puntjes goed door om misverstanden te voorkomen:
Wanneer maak je een surcotte? -
Wapenkleden worden enkel gemaakt op verzoek vanuit het O.T. of vanuit de Bannerets, begin hier dus svp niet op eigen houtje aan.
Bruikleen -
Alle gemaakte wapenkleden zijn verenigingseigendom (met uitzondering op de kleden van de bannerets). Over het algemeen zal het zo zijn dat je een wapenkleed in bruikleen krijgt en hier dan ook verantwoordelijkheid over draagt. Ze worden enkel gebruikt tijdens publieke optredens en de leiding zal ook zelf aangeven waar en wanneer je ze mag gebruiken.
Vorm - Aangezien de wapenkleden onderling uitwisselbaar moeten zijn worden ze gemaakt volgens een standaard model en niet op de persoon zelf.
Van sommige oudere wapenkleden kan het voorkomen dat ze korter zijn of afwijken, maar alle toekomstige verenigingswapenkleden dienen voortaan op dezelfde wijze gemaakt te worden.
Stoffen en kleuren - Als je wordt gevraagd een wapenkleed te maken zal er doorgaans door de organisatie zelf stof gekocht worden en aan je worden overhandigd. Mocht je voor jezelf aan de slag moeten gaan dan geld dat de wapenkleden van linnen, wol of zijde gemaakt kunnen worden. Voor de toernooigroepen en ordewapenkleden is vooralsnog iedere keer gekozen voor linnen omdat dat het praktischt is qua beschikbaarheid, prijs en kleur. Verder is de kleur altijd zoals voorgeschreven, kleine kleurafwijkingen zijn echter niet zo erg, dat benadrukt enkel het handwerk erachter.
Voering -
Voor je wapenkleed heb je 2 stukken stof nodig, de buitenkant en de voering. Voor Aubin en Ascelon wapenkleden dient de voering wit te zijn, voor Quillan zwart en voor Colembert rood.
Wat heb je nodig? - Voor de Ascelon, Aubin en Quillan wapenkleden heb je voor zowel de binnenvoering als voor de buitenkant minstens 2.10m (dus 4.20m in totaal) nodig. Voor Colembert heb je minstens 1.10m zwarte stof nodig 1.10m gele en 2.10m rode.
In het schema hiernaast zijn de voorschriften vastgelegd en een aantal foto's zijn gemaakt om je te helpen bij het vervaardigen van de basisvorm van de wapenkleden. Voor de wapenkleden van Colembert wijkt de werkwijze enigzins af. Zie stap 1 voor de verschillen. De maten die vermeld zijn in het plaatje hiernaast zijn inclusief naden.
1. Panden en gores knippen
Teken vier panden af met een formaat van 35x145cm. Dit is inclusief naden, waarbij we ervan uitgaan dat er maximaal 2,5cm per rand als naad wordt gebruikt. (Bij het aaneenzetten van de panden aan de zijkanten gebruik je minder naadoppervlak dan bij het vastzetten van de schouders en het omzomen van de ondernaad.) Voor de gores heb je 4 driehoeken met een hoek van 90° graden nodig, waarvan de rechte zijden 35cm en 85cm zijn.
Colembert wapenkleden
Om het streepjespatroon te verkrijgen zal de zwarte en gele stof in stroken aan elkaar gezet moeten worden. Hiertoe moet het resultaat een lap zijn van 8 horizontale zwart/gele banen beginnend met zwart bovenaan. 145:8 = ± 18cm per baan, excl. naden. Reken per naad ongeveer 1,5cm dus dat wordt dan 21cm per strook. Probeer er in elk geval voor te zorgen dat de stiknaden van die stroken netjes plat zijn afgewerkt.
2. Hals
Neem voor de stof een t-shirt met een niet al te smal nekgat en teken dit af op je panden. Hou er rekening mee dat de hals aan de voorkant iets lager gemaakt moet worden dan aan de achterkant. Leg de twee voorpanden aan elkaar en speld ze vast om dezelfde boog te kunnen afknippen. Doe hetzelfde voor de achterpanden.
3. Armgaten
Bovenop de schouders mogen de panden max. 10cm breed zijn in het afgemaakte (en dus omgestikte) ontwerp. Het liefst moet de buitenrand exact op je schouder liggen of zelfs nog iets daarbinnen. Hier is voor gekozen omdat te wijde wapenkleden meestal niet zo mooi vallen. Meet daarom aan de kant van de mouw op de horizontale (smalle) kant 15cm af en op de verticale (lange) kant 25cm. Verbind deze twee punten en knip de driehoek af.
4. Voering knippen
Voordat je verder gaat met het in elkaar zetten is het het gemakkelijkst om de de basisstukken die je net hebt geknipt/geprepareerd te gebruiken als mal voor de voering (of de buitenkant als je andersom bent begonnen). Werk zorgvuldig en speld eventueel de stukken vast voordat je gaat knippen om verschuivende stof te voorkomen.
5. Pand aan elkaar zetten inclusief split en gores
Nu spreekt het eigenlijk redelijk voor zich. Naai de twee halve voorpanden en de twee halve achterpanden aan elkaar en zorg voor een split aan de onderkant. Deze mag op ongeveer 65cm vanaf de hals ingezet worden (ter hoogte van je kruis of iets hoger).
Zet vervolgens links en rechts een gore in, met de schuine zijde van de driehoek aan het pand, op ongeveer 20cm vanaf de onderkant van het mouwgat naar beneden. Vouw je aan elkaar genaaide panden naar elkaar toe om er zeker van te zijn dat de gores op gelijke hoogte ingezet worden.
Herhaal deze stap ook voor de voering.
7. Panden samenvoegen en voeren
Als je al ervaring hebt met het voeren van kleding dan volstaat het om te zeggen dat je nu de panden aan elkaar zet en het geheel voert. Laat de onderkant nog even open en ga door naar 7c.
Voor de mensen die nu niet zeker weten hoe dit het beste aan elkaar gezet kan worden hebben we een truucje:
a. Zet de twee "voorpanden" aan elkaar (de buitenkant en de voering), let er op dat de naden op dit moment allemaal aan de buitenkant moeten zitten. Zoals gezegd mag je de onderkant nog even open laten. Doe hetzelfde voor de twee "achterpanden". (Ter illustratie een aan elkaar gezet pand.)
b. Hierna mogen de panden binnenstebuiten gekeerd worden. Strijk nu de randen van deze panden zodat ze goed in vorm komen te zitten. Leg vervolgens beide panden tegen elkaar met de voering naar buiten toe (dus buitenkant tegen buitenkant). Aangezien je helemaal geen last meer hebt van mogelijke afrafelende randen kun je ze heel strak tegen de rand vastnaaien (wat heel fijn is want als je te veel marge gebruikt gaan de randen op de schouder heel gek doen). Verzeker jezelf er nog wel van dat de naden goed stevig zijn want er kan veel druk komen te staan op zo'n wapenkleed tijdens het vechten. (Ter illustratie de binnenstebuiten + vastgestikte naden.)
c. Nagenoeg klaar! Corrigeer aan de onderkant eventueel je panden zodat ze even lang zijn. Knip vervolgens de gores bij zodat ze iets afgerond zijn. Vergeet deze stap niet want anders krijg je gekke punten die naar beneden hangen. Als de randen gelijk zijn dan kun je de randen gaan omzetten. Rol ze op en naai ze vast. (Persoonlijk prefereer ik het om ze "onzichtbaar" vast te zetten met de hand maar dat hoeft niet per se.)
Voetnoot:
1De toernooigroep is één van de militaire verschijningsvormen van de Orde der Noorderwind, eerder vermeld in "Uitrusting van ridders en krijgers" en natuurlijk op het informatieforum (enkel voor leden zichtbaar).
2 De oplettende lezer/kijker zal ook zien dat het "Spaanse" plaatje ineens een heel ander modebeeld vertoont in de patronen dan op de rest van de getoonde afbeeldingen. Dit is vrij typisch voor "Spanje" en toont gelijk aan waarom de Noorderwind tevens een afbakening in landsgebied voert.
Links:
- 12e tot 13e eeuwse effigy's van ridders in volle uitrusting
Bronnen:
- Medieval costume and fashion - Herbert Norris p. 318 tot 321
- Medieval Heraldry, Terence Wise (Osprey Met-at-arms collectie)
- Codex Manesse
- Maciejowski bijbel
- The Life of King Edward the Confessor