Mantel
door Araceli Thomas
• Type stof: wol voor de buitenkant, wol, zijde, bont of lichtgekleurd linnen voor de voering
• Kleur: Milice: donkergrijs of zwart
Arm civiel: Deze kleuren mogen niet: fel rood, fel blauw, paars/roze en eigenlijk ook geen echte zwart
Rijk civiel: Onbeperkt (al is fel paars wel voor de extreem rijken)
• Hoeveelheid: Half rond: 140/150 cm x 300 cm voor een ronde mantel
Vierhoekig: 140/150 cm x 200 cm
• Afwerking: Naden mogen onopvallend met de naaimachine afgewerkt worden. Siernaden liefst met de hand
• Sluiting: Géén sluiting, een kleine (niet Keltische) fibula of haakjes en een touwtje/lintje
|
De mantel in de 13e eeuw was redelijk simpel van vorm. De vorm was meestal een halve cirkel met middenin de rechte kant soms een uitsparing voor de nek. Doorgaans wordt ervan uitgegaan dat mantels in de dertiende eeuw geen kappen hadden maar er zijn uitzonderingen. In ieder geval gaan wij er vanuit dat de doorsnee mantel geen vaste kap kent omdat deze meestal los werd gedragen (zie de kaproen). Rechthoekige mantels werden in vroegere periodes wel gedragen, maar in onze tijd minder. Sowieso geldt dat een vierkante mantel meer voorbehouden is aan lager volk omdat deze tevens gebruikt kon worden als deken. De lengte van de mantel varieerde en waarschijnlijk was een mantel niet korter dan rond de billen, vaak voorbehouden aan adel, en kwam hij vaker tot aan de grond.
Het maken van een mantel:
Een mantel was altijd van wol (zoek naar zogenaamde 'mantelwol') en kon eventueel met linnen en soms bont gevoerd worden. De randen van de mantel zijn mooi te versieren, bijvoorbeeld door er een sierstrook aan vast te naaien of een borduursel op te maken. Zowel voor de bontvoering als de versiering geldt dat dit meestal is voorbehouden aan gegoede burgers of adel.
Een (lange) halve cirkelmantel is zeer makkelijk te maken. Ze kan gemaakt worden uit één stuk stof van 3 meter bij 1,5 meter. Vouw deze stof eenmaal dubbel (over de breedte). Teken vervolgens een halve cirkel op de stof. Dit kan het makkelijkst als volgt: Leg de stof opgevouwen voor je neer en speldt een touwtje vast aan de gevouwen hoek. Meet het touwtje dat je nu over hebt af op de breedte van de stof (1,5 meter in dit geval) en bevestig aan de andere kant een (was)krijtje. Teken hiermee een kwartcirkel (van hoek naar hoek) en knip deze vervolgens af. Nu
alleen nog het geheel omzomen, sluiting bevestigen en eventueel versieren. Klaar is je middeleeuwse mantel!
Als de mantel niet mooi of niet fijn over de schouders valt is dit eventueel op te lossen door er middenin het rechte stuk een uitsparing uit te knippen.
Als je een langere mantel dan 150 cm wilt hebben dan zul je deze uit twee stukken moeten maken. Hierbij is niet de methode van twee exacte helften de meest voor de hand liggend. Aan de hand van de mantel van de middeleeuwse Bocksten Bog man is te zien dat de mantel uit twee stroken bestaat (zie ook de illustratie). Dit heeft vooral te maken met de zuinigheid van stof en het feit dat stof toen veel minder breed werd geweven dan nu.
Varianten op de halve cirkel zijn een driekwart- of volledige cirkel voor een vollere en warmere mantelvorm. Maar net zoals het nu geldt dat meer stof duurder is, was dat toen natuurlijk ook en is dit daarom wederom een variant voor de adel.
Eerder sprak ik ook over een uitzondering op mantels met kappen. De Romeinen (veel te vroeg eigenlijk) schijnen wel sowieso mantels met kappen te hebben gekend en daarnaast zijn er ook wel eens plaatjes te vinden waarop het lijkt dat de mantel over het hoofd werd getrokken. Een sluiting onder de kin zorgen ervoor dat de lap stof niet wegzakt.
Sluiting
Mannenmantels - Dit kan variëren tussen géén sluiting, een fibula in het midden, met heel veel kou links of rechts op de borst of met een touwtje op de borst bij een aantal ceremoniële mantels.
Vrouwenmantels - Op afbeeldingen lijken vrouwenmantels altijd open te hangen al dan niet met een touwtje ertussen, dit heeft dan dus ook de grootste voorkeur (zie hier een overzicht van plaatjes die deze theorie staven). Wil je echter vanwege het koude weer toch een dichte mantel, neem dan een fibula.
Let op: Een sluiting met een haakje die in een oogje grijpt hebben we nog nooit op een afbeelding gezien en ook een touwtje aan touwtje constructie (om een strikje mee te maken) is niet terug te vinden. Om deze reden zijn het dan ook mogelijk geen authentieke sluitingsvormen.
Verder nog iets om over na te denken: Als vrouwenmantels altijd open hingen, wat droegen ze dan tegen de kou? Het mooie is dat hier inderdaad een betere oplossing voor is te vinden. Er bestaat namelijk een typisch dertiende eeuwse kledingstuk dat de gardecorps heet ('beschermt het lichaam'). Dit kledingstuk heeft nog het meeste weg van
een jas en is daarom, naar mijn mening, het aangewezen kledingstuk tegen daadwerkelijke kou.
Moderne mantels
Veel mantels die je in de winkel kunt kopen zijn niet geschikt voor de middeleeuwse reenactment (al beweren veel winkels van wel). Zij zijn een moderne interpretatie van dit eeuwenoude kledingstuk en bestaan meestal uit meerdere stukken stof en naden. Ook zit er doorgaans een kap aan vast, hetgeen in de middeleeuwen niet vaak werd gedaan omdat het niet praktisch was. (Je had immers vaak een kaproen of een ander hoofddeksel.) Laat je dus niet verleiden tot het kopen van een kant en klare mantel, hij is waarschijnlijk te modern en zal daarom afgekeurd worden.
Illustraties:
- Maciejowski Bijbel - mantel met broche
- Maciejowski Bijbel - mantel zonder sluiting
- Manesse Codex - 2 mantels (1 zonder sluiting, 1 met touwtje)
- Manesse Codex - 2 mantels (1 zonder sluiting, 1 met fibula) en een gardecorps
- Manesse Codex - 2 mantels (1 met zijsluiting en 1 met fibula sluiting(?))
- The Copenhagen Psalter - mantel met kap
- The Winchester Psalter - mantels met kap
- Maciejowski Bijbel - mantel met kap
- From "the life of St Amand" (Valenciennes, BM, MS., Folio61r) - mantel met kap