Het Duitse langzwaard / Döbringer's tips voor zwaardvechters
door Saskia Roselaar
Veel van de technieken die binnen de Noorderwind gebruikt worden zijn gebaseerd op het 'Duitse systeem', zoals dat in de veertiende eeuw beschreven werd in het huidige Duitsland (dat toen natuurlijk nog geen verenigd land was, maar bestond uit verschillende vorstendommen).
_________________________________________________________________________________
De eerste Duitse zwaardmeester die een fechtbuch (vechtboek) schreef, was Johannes Liechtenauer, waarschijnlijk geboren kort na 1300. Van hem zijn geen geschriften bewaard gebleven. Het oudste boek dat zijn systeem beschrijft is een handschrift, dat geschreven is rond 1389, waarschijnlijk door Hanko Döbringer. Latere schrijvers hebben verschillende boeken geschreven in de traditie van Liechtenauer, zoals Paulus Kal, Hans Talhoffer, Sigmund Ringeck, Johannes Lecküchner en Peter von Danzig in de vijftiende eeuw, en Paulus Hector Mair and Joachim Meyer in de zestiende. In de vijftiende en zestiende eeuw presenteerde iedere zichzelf respecterende zwaardmeester zich als een discipel van Liechtenauer, en de overeenkomsten tussen latere en vroegere vechtboeken zijn soms niet groot.
De stijl die Liechtenauer onderwees is in sommige handschriften genoteerd in rijmende coupletten. Het is mogelijk dat deze bewust onduidelijk zijn gemaakt, opdat mensen die de stijl kenden de boeken konden gebruiken als geheugensteun, en onbekenden de stijl niet makkelijk konden leren. Tot laat in de vijftiende eeuw werden gevechten gebruikt in de rechtspraak; een beschuldigde moest op leven en dood vechten om zijn onschuld te bewijzen. Vanaf de zestiende eeuw werd zwaardvechten meer een sport. Vanaf de zeventiende eeuw werd het Duitse systeem steeds minder populair; in plaats daarvan maakte het Italiaanse rapiervechten zijn opkomst.
Het belangrijkste onderwerp in de vechtboeken is vechten met het langzwaard (Langschwert), zonder bescherming (Blossfechten). Er worden, afhankelijk van het manuscript, ook andere wapens besproken, zoals dolk, zwaard en beukelaar, langes messer, worstelen (Ringen) en soms vechten te paard. De basis van het vechten met het langzwaard zijn de vier basale guards (Huten),namelijk Vom Tag, Ochs, Pflug en Alber, en de vijf Meisterhäue (Zornhau, Zwerghau, Schielhau, Scheitelhau en Krumphau).
Döbringer's tips voor zwaardvechters
Het handschrift Cod. Hs. 3227a uit Nürnberg is geschreven is het Middelhoogduits, een vroege vorm van modern Duits, en bestaat uit 169 folia. Dit handschrift is vooral belangrijk omdat het het oudste is dat de 'Liechtenauer-traditie' beschrijft, oftewel het Duitse systeem voor vechten met het langzwaard. Deze stijl bleef de drie eeuwen daarna dominant. De schrijver zegt inderdaad dat hij de lessen van Liechtenauer volgt, maar geeft helaas geen informatie over wie Liechtenauer was, of over wie hij zelf is. Het handschrift wordt vaak toegeschreven aan ene Hanko Döbringer, maar zelfs als dit inderdaad zo is, voegt dat niet veel aan onze kennis toe, omdat we verder niets weten over wie Döbringer was.
In tegenstelling tot veel andere handschriften is dit manuscript wars van trucjes en fancy acties, maar beschrijft het de basisprincipes van goede zwaardvechters. Veel van de tips gelden trouwens ook voor andere wapens. Eén van zijn eerste adviezen is: 'Deze kunst is eerlijk en rechtvaardig, en zij gaat van het dichtstbijzijnde punt op zoek naar wat het dichtste bij is. Dus als je iemand aanvalt is het of je een touw aan de punt van je zwaard hebt en dit leidt de punt of snede naar de opening.' ('get of das aller neheste und korcszte svecht und gerade zu'). Kortom: geen gedoe, gewoon de dichtstbijzijnde opening in de verdediging van de tegenstander zoeken!
De schrijver geeft af op mensen die 'proberen er gevaarlijk uit te zien met wijde, lange slagen die langzaam zijn, en door dit te doen maken ze slagen die missen en openingen creeëren.' Je moet dus niet naar het zwaard slaan, maar 'naar de man zelf'; je wil je tegenstander raken, niet zijn zwaard. Hij geeft aan dat zelfvertrouwen belangrijk is: 'Als je in ernst wil vechten, moet je een bepaalde techniek in je hoofd hebben, en deze stevig in gedachten houden als je op hem af gaat, alsof je wil zeggen: 'Dít is wat ik wil!' Zo gauw je een aanval inzet moet je dus bedenken wat je gaat doen, in plaats van in het wilde weg te slaan; hoewel je natuurlijk wel bereid moet zijn om je gekozen techniek aan te passen als dat nodig blijkt.
Ook als je mist, moet je niet opgeven: 'Of je nu raak of mis slaat, sla hem en ren op hem af, en zet dit door.' Als je mis slaat moet je dus niet in verwarring raken, maar meteen een andere aanval doorzetten: als je ene slag niet raak is, doe je nog een slag, totdat je wel raakt, of je tegenstander overweldigd wordt door jouw agressie. Je moet 'altijd in beweging blijven en het ene na het andere doen: als de eerste slag niet raak is, dan zal de tweede, derde of vierde wel raken, en je zal je tegenstander niet de kans geven zelf een slag uit te voeren.' Hij citeert een gezegde van Liechtenauer: 'Hij die stilstaat, is dood; hij die beweegt leeft.'
De schrijver somt ook de vijf Meisterhauen op (Zornhau, Krumphau, Zwerhau, Schilhau, en Scheitelhau); de verschillende guards, technieken voor bindingen en dergelijke. Helaas staan er geen plaatjes in het manuscript, zodat het soms wat lastig is om te zien wat er precies bedoeld wordt. Döbringers algemene adviezen zijn dus het meest bruikbare deel van het manuscript.
Hoewel hij dus de nadruk legt op agressie en effectiviteit, blijft de schrijver realistisch: in een gedichtje zegt hij: 'Er geen is geen schaamte of schande om weg te rennen van vier of zes (tegenstanders). Als je je omdraait en begint weg te rennen, gooi dan je zwaard weg en ren zo hard als je kan. Als er dan een denkt dat hij je ingehaald heeft en dichtbij je is, spring dan naar de kant van de weg, en als hij snel rent, zal hij te snel gaan om zichzelf onder controle te houden, en dan kan je hem neerslaan zoals je wil.' ('so slestu in noch wonsche derneder')!
Kortom, iedereen die graag wil leren vrijvechten zou dit handschrift moeten lezen!
Bronvermelding
http://en.wikipedia.org/wiki/German_school_of_swordsmanship
http://en.wikipedia.org/wiki/Lichtenauer
http://www.thearma.org/Manuals/Dobringer_A5_sidebyside.pd
_________________________________________________________________________________
|