De slag bij Kortrijk
door Larissa Hageman
De slag bij Kortrijk in 1302, in latere tijden ook wel de Guldensporenslag genoemd, heeft een belangrijke plaats in de geschiedenis van België. De slag heeft niet alleen voor een rijkelijke beeldvorming gezorgd maar het is het begin van de Belgische vaderlandsliefde en de basis voor een verandering in de samenstelling van legers. Dat maakt dat de Guldensporenslag meer dan de zoveelste slag tussen de toenmalige koning van Frankrijk en zijn onderdanen was.
_________________________________________________________________________________
De aanleiding voor de slag bij Kortrijk lag in het langlopende dispuut tussen Frankrijk en Engeland. In de eeuwen ervoor had Vlaanderen een unieke status binnen het koninkrijk van Frankrijk. In naam was Vlaanderen afhankelijk van Frankrijk, maar in werkelijkheid voer het een economisch onafhankelijke koers door een rijkelijke handel met Engeland. Dat kwam tot een einde toen Vlaanderen de kant van Engeland koos in het langlopende dispuut tussen Filips IV en Engeland.
Filips IV viel daarop Vlaanderen binnen. Van 1300 tot 1302 veroverde Filips IV geheel Vlaanderen ondanks dat Koning Eduard I van Engeland hulptroepen zond. Vlaanderen trok door de kant van Engeland te kiezen aan het kortste eind, want voordat de troepen hulp konden bieden bij het verzet, sloot de koning van Engeland wederom vrede met Filips IV. Filips IV herstelde zijn gezag over Vlaanderen en stelde een Franse landvoogd aan: Jacques de Châtillon. Belangrijke Vlaamse edelen en ridders werden gevangen gezet.
Filips IV stelde hoge belastingen aan voor de Vlaamse ambachtslieden. De hoge belastingen gekoppeld met het vasthouden van Vlaamse nobelen zoals Gwijde van Dampierre, was een reden voor de Vlamingen, ookwel de liebaards (aanhangers van de Graaf van Vlaanderen) genoemd, om in opstand te komen. Op 18 mei 1302 slachtten zij het leger van de landvoogd, dat destijds de stad Gent bezette, geheel af.
Vanaf dat moment was er geen weg meer terug voor de Vlamingen. Represailles van Filips IV waren onvermijdelijk geworden en de Vlamingen organiseerden onder leiding van Willem van Gulik verzet. Filips IV mobiliseerde zijn leger, dat bestond uit 2500 man adellijke cavalerie, 1000 kruisboogschutters, 2000 piekeniers en 3000 andere soldaten en trok naar Vlaanderen. Het leger van Filips IV stond onder leiding van Robert II van Artois. Op 8 juli bereikten zij Kortrijk.
Het Vlaamse leger bestond uit verschillende legers van Vlaamse edelen en omvatte zo'n 9000 man. Er was echter maar 400 cavalerie. Hoewel de verhalen over de precieze aantallen natuurlijk erg verschillen. Het Vlaamse leger stelde zich in drie eenheden van afkomst op, terwijl een vierde de burcht van Kortrijk bewaakte. Op 11 juli brak de strijd los.
De strijd begon zoals elke slag, maar een belangrijk verschil in deze strijd was het gebruik van de goededag door het Vlaamse leger. Deze lans werd schuin naar voren in de grond geplant om zo de aanstormde paarden tegen te houden. Dit was een succes, de ruiterij had weinig slagkracht omdat de Vlaming hun positie met behulp van de goedendag vasthield.
Nadat de Franse opperbevelhebber Robert II van Artois door de Vlamingen werd gedood, sloegen de Fransen op de vlucht op de voet achterna gezeten door de Vlamingen. Zo geschiedde het dat een leger dat voornamelijk uit voetvolk bestond een 'ridderleger' te paard versloeg. De slag bij Kortrijk legde daarmee de basis voor voor een andere manier van oorlogsvoering.
Bronvermelding:
- Wikipedia “Guldensporenslag”
- iebaart: De Guldensporenslag of de Slag van Kortrijk - 11 Juli 1302
- Zimmerman, D.J. The Book of War. Tess Press 2008. p. 88-89
- Vandeweyer, M. “De Guldensporenslag van miniatuur tot monument”
- http://asp.gva.be/dossiers/-g/guldensporenslag/kunst.asp
_________________________________________________________________________________
|
|